Carnaval is voor een groot deel traditie. Men draagt nog steeds een steek en een soort kostuum. Men loopt (of danst?) nog altijd een polonaise. Maar er is weinig ruimte meer voor een bloemetjesgordijn en voor grote bloemkolen. En lang niet overal liggen meer peuken.
Die gordijnen zie je nergens meer hangen en bij de Lidl liggen alleen nog kleine bloemkolen. In zekere zin gaat carnaval blijkbaar wel met de tijd mee.
Maar als je dan toch met de tijd mee gaat: lamellen en aubergine zijn toch ook mooie rijmwoorden? Een nieuwe carnavals hit is misschien heel snel gemaakt! Wie kan de grote schoenen van Vader Abraham vullen?
Nu we het over muziek hebben: ik ben toch wel een beetje een rocker. Niet een harde hoor. Een soft–rocker dan. En overwegend Engelstalig. Hoewel ik op sommige momenten echt van mijzelf op kijk. Dan zit ik mij gewoon op Nederlandse muziek te focussen! Is toch focking?
Naar mijn werk ga ik meestal op de fiets. Dat doe ik al sinds mijn eerste vakantiebaantje, jaren geleden. Daar aangekomen heb ik voornamelijk te maken met volwassenen. Vooral ouderen, maar toch ook wel jongere mensen. En hele jonge. Het is best een pittige klus om die bij te houden. Om de essentie van mijn werk is trouwens veel te doen. Al vele jaren. Ik ben een beetje bang dat er al weer teveel gezegd is. Daarom vanaf nu weer absolute stilte. Of alleen een piano.
Groet van de aanstaande Prins